Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Volgens een Engelse reisgids lijkt de Portugese fado nog het meest op ‘Afghani humming along to a Billy Holliday record’. Een meer poëtische beschrijving geeft J. Rentes de Carvalho in zijn reisgids over Portugal: ‘Fado is de muzikale uitdrukking van de saudade, het zeer Portugese en onbeschrijflijke gevoel van nostalgie, ontevredenheid, het willen van iets totaals, tegelijk opluchting en droefenis vanwege de pijn en de liefde die geweest zijn, die nog komen moeten en die nooit zullen komen.’

De naam fado heeft niets te maken met de onderdelen van de toonladder die de ‘Von Trappjes’ ons geleerd hebben. Fado is afgeleid van het Latijnse fatum: het noodlot.

Dat noodlot is vast onderdeel van de Portugese geschiedenis. Eén van de tegenslagen is het verlies van Brazilië in 1822. Naar verluidt nemen de Portugezen uit Brazilië de samba en de Kaapverdische moma mee. Gecombineerd met Arabisch-Andalusische invloeden ontstaat hieruit de fado. Zelf ontkomt de fado ook niet aan het noodlot; omdat de liederen steeds meer verzet tegen politieke onderdrukking uiten, wordt de fado na de Anjerrevolutie in 1974 enige tijd verboden.

Bloed, zweet en tranen in de Fado

Wat een ellende allemaal, hoog tijd om op zoek te gaan naar de fado. We zijn in Porto en krijgen van een ‘Nederlandse local’ een adres van een fado-huis dat niet uitsluitend door toeristen wordt bezocht. We belanden in een keldertje van nauwelijks 30 m2 met 6 tafeltjes en naar later blijkt nog behoorlijk wat staanplaatsen daartussen. In het fado-huis wordt gegeten en gedronken maar niet tijdens de liederen. Absolute stilte is verplicht: niet praten, niet eten, niet hoesten. Een paar jongeren die zacht doorpraten worden stil gesist. Drinken gaat gelukkig nog wel geluidloos.

Begeleid door de guitarra en viola komt een hele stoet fadistas en fadistos langs. Ze zingen telkens twee liederen en na de pauze herhaalt zich dat. Vrijwel zonder uitzondering zijn het vrouwen (de meerderheid) en mannen van rond de 70. De in zwart met wat glittertjes geklede vrouwen slaan, voor zover dat op die leeftijd nog gaat, bevallig een zwarte sjaal om de schouders als ze gaan zingen. Een eerbetoon aan Maria Severa, zo lees ik later, de eerste grote fadista in de 19e eeuw. De stemmen zijn soms breekbaar oud en dan weer krachtig. Een oude, keurig geklede heer, is, naar ik begrijp, de schrijver van een aantal van de liederen. Hij wordt met gejuich binnengehaald en krijgt een ereplaats vooraan. In de loop van de avond verandert het keldertje in een emotionele bunker, afgesloten van de rest van de wereld. Bij Alfredo, een in sportief windjack geklede oudere heer (alsof hij zojuist van de straat is geplukt), die met zijn handen in zijn zakken de liederen zingt, houden enkele Portugezen het niet meer droog. Geen idee wat hij zingt maar het verlangen en verdriet is voelbaar.

Wat een verschil met ons levenslied. Wij doen niets liever dan meebrullen met de ellende van André Hazes. De Portugees herhaalt, zacht neuriënd, als op afspraak bij sommige liederen de laatste paar tonen. De fado zit de Portugees als gegoten: weemoedig, nostalgisch, zelfs een beetje verlegen. Zie daar de volksaard van de Portugees.

Info

Retiro dos Carvalhos, Rua Estreita dos Loios 10, Porto. Een website is er niet maar op TripAdvisor kun je wel wat reviews vinden.
Toen wij er waren werd er donderdagavond ‘gerepeteerd’ en waren er iedere zondagavond fado-avonden maar dat zou ik even checken.
Voor het eten hoef je er niet naartoe te gaan (wel goedkoop), dat is niet geweldig maar de sfeer is dat wel (wat mij betreft dan).

Update

Ik heb gehoord dat dit fadohuis is gestopt. Heb geen informatie over een nieuwe locatie. Mocht je die wel hebben dan hoor ik dat graag. Overigens is Porto ook niet echt een ‘fado-stad’; dat zijn vooral Coimbra en Lissabon. Dus wil je de fado voelen, bezoek die steden.

 

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail