Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Juni in Havana is heet. Geen betere optie dus om de stad te ontdekken met een hop-on-hop-offbus. Lijn T1 doet in een kleine 2 uur een rondje stad en lijn T3 gaat naar een nabijgelegen strand. Het oude centrum, Habana Vieja, is deels autovrij, en de bus is te groot voor de smalle straatjes. Dat deel doen we dus later te voet. Wij doen een rondje stad (5 CUC voor de hele dag): langs de lange boulevard (Malecón, vooral ‘s avonds een ontmoetingsplaats van de Cubanen), de beroemde hotels (o.a. Inglaterra en Nacional), het Plaza de la Revolución, het Gran Teatro, de Cubaanse versie van het Capitool (Capitolio), de Necrópolis de Colón en het gewone straatleven daartussen. Havana heeft ruim 2 miljoen inwoners maar lijkt vrij overzichtelijk. Het verkeer is niet chaotisch. Net als haar bewoners ademt de stad een relaxte sfeer.

Necrópolis de Colón, ofwel begraafplaats Columbus

We hoppen off bij de ruim 50 ha tellende begraafplaats Colón, oftewel Columbus (entree 5  CUC). Op deze begraafplaats, historisch (opgericht in 1876) en architectonisch beschouwd als de belangrijkste begraafplaats van Latijns-Amerika en zeker één van de grootste van de wereld, liggen zo’n 1 miljoen mensen begraven. De graven zijn duur en de ruimte beperkt zodat de overblijfselen al na 3 jaar weer worden opgegraven en verplaatst naar een opslagloods. De roem is maar kort.
Deze dodenstad is enorm en indrukwekkend. Mausolea, grafstenen en beelden gehouwd uit tonnen marmer vullen straat na straat die uitkomen bij een 8-hoekige kapel in het midden.

Habana Vieja, het oude centrum van Havana

Vanaf het Parque Central loopt de belangrijkste winkelstraat van Havana, Obispo, dwars door het deels autovrije oude centrum naar Plaza Armas. Shoppers, je hier uitleven zit er niet in. Winkels hebben ‘veel van hetzelfde’ en kunnen best duur zijn. De bekende ketens zijn hier niet maar ik zag wel een winkel van Benetton op Plaza Vieja waar de kleding (denk ik) duurder is dan bij ons.

Bij Plaza Armas ligt een 16-e eeuws fort en onder de bomen van het mooie pleintje wordt gehandeld in boeken en curiosa. Het portret van Che Guevara is hier alom aanwezig. Aan de Obispo ligt op een hoek Café de Paris. Blijkbaar ligt het strategisch want telkens komen we hier weer terecht. Het is dan ook een geweldige plek om hier vanaf het terras ‘mensen te kijken’. Als wij er zijn wordt de Obispo net opnieuw bestraat met kinderkopjes. Er staat een groep van zo’n 10 stratenmakers toe te kijken hoe een collega een kei tussen de andere keien past. Ze hebben een soort ploegendienst ingesteld want daarna is het de beurt aan een ander om een kei te leggen. En ondertussen hebben ze het heel druk met het becommentariëren van elkaar en het grappen maken met voorbijgangers. Maar ach, het is bloedheet, geen weer om hard te werken. Het lijkt of iedereen elkaar kent hier.

Ten zuiden van Plaza Armas liggen nog twee mooie pleinen: Plaza de San Francisco met de basiliek en Plaza Vieja. Fijne terrassen op deze pleinen, altijd mensen die muziek maken en ook ‘s avonds vol leven.

La Bodeguita del Medio

‘s Avonds hebben we ons, door de reisagent, laten verleiden om te eten in La Bodeguita del Medio (‘winkeltje in het midden’). Tijdens zijn verblijf in Cuba de stamkroeg van Ernest Hemingway en van vele andere beroemdheden. Volgens veel reisgidsen is deze bar/restaurant een ‘must see’, volgens ons ook, maar geen ‘must eat’. In het restaurant zit bijna niemand, het eten en de bediening zijn niet geweldig en de mojito’s duur. De enige attracties zijn de duizenden namen die op de muren zijn geschreven (en die van ons nu ook, dat dan weer wel) en de vele foto’s van beroemdheden die er geweest zijn.

Maar de bar is leuk, ligt direct aan de straat en er staat vaak een bandje te spelen. Mensen staan op straat te dansen (gratis dus).  Onze eerste mojito’s drinken we hier, er volgen er nog vele.

Meer lezen over onze reis door Cuba?:

Havana, de aankomst
Vinales
Maria la Gorda
Las Terrazas

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail